terug naar pagina gespeelde stukken
3t Laatste najaarsstuk

Mimicri speelde

‘En ik dan?’ van Annie M.G. Schmidt

Gezien: 6 november 2015

Regie: Antoinette van der Velde

 

In theater Warenar te Wassenaar speelde de groep Mimicri ‘En ik dan?’ van Annie M.G. Schmidt. Het is een komedie/lichte klucht uit de jaren zestig die gaat over het wel en wee op het kantoor van de stichting Nieuw Positief, die de positiviteit in de literatuur wil bevorderen. Toch is niet alles positief in dit bedrijf: een boekhoudster die de kas plundert, een schrijfster die weigert haar manuscript aan te passen, een irritante huishoudster/schoonmaakster en een Zweedse dame zorgen voor de nodige reuring.

Het stuk was geplaatst in de jaren zestig, eigenlijk precies zoals het stuk geschreven is. De regisseuse heeft voor een decor gezorgd dat geheel in die tijd paste. Alles klopte, alleen sommige pruiken zaten beter dan andere (had iedereen wel een pruik op?). Die van de huishoudster viel vooral als zodanig op. De gekozen muziek was ook duidelijk op het stuk aangepast, dit gold ook voor de verzorgde techniek. Het is een groot voordeel dat er geleund kan worden op de expertise die dit theater in huis heeft.

Het acteerniveau was hoog: Mimicri verstaat de kunst van het opvoeren van een lichte klucht. De groep is goed in de timing die zo belangrijk is voor het spelen van kluchten. Ook zaken als de plaatsing in de ruimte, tekstregie en het inleven in de personages waren erg goed. De huishoudster leek alleen wat stijfjes en leek wat meer gespeeld dan de anderen. Ik heb weinig op deze opvoering aan te merken. Ik moet wel zeggen dat de keuze voor dit stuk en de plaatsing daarvan in de jaren zestig, wel erg makkelijk is. Het is een erg brave uitvoering van dit stuk en ik vraag mij ook af waarom voor dit stuk gekozen is. Het feit dat het erg gedateerd is, druipt er van af. Ongeacht het feit dat Mimicri een erg goede versie heeft neer gezet. Misschien zit de rechtvaardiging in het spelen van ‘En ik dan?’ in het feit dat het publiek hiervan smult. Het publiek had een zeer fijne avond (…ik ook wel hoor…) en dat heeft maling aan een recensent die klaagt dat het stuk te ouderwets is. Gelukkig maar.

 

Remco Lodeweges   (recensent Haghespel)

 

 

Mimicri speelde Annie M.G Schmidt


En ik dan?
is het eerste toneelstuk van Annie M.G. Schmidt. Ze schreef deze in Amsterdam spelende komedie in 1967-1968 en regisseur Antoinette van der Velde heeft er voor gekozen het stuk dan ook te laten spelen in die tijd.

Het begon al in de foyer van de Warenar, waar het publiek met muziek uit de jaren zestig terug in de tijd werd gebracht. Een tijd waarin men op kantoor nog vormelijk met elkaar omging, terwijl buiten de 'kabouters', 'provo's' en 'bloemenkinderen' de stad Amsterdam een heel ander aanzien gaven. Dit verschil werd door Mimicri goed uitgebeeld in het contrast tussen de kleding en kapsels van de kantoormensen en die van de jonge hippe schrijfster Lotje Nahuys. Daarbij was Mimicri zich ook goed bewust van een halve eeuw verschil in het taalgebruik, wat voor de acteurs wel een extra opgave maar blijkbaar geen probleem was.

Het stuk speelt zich af op het kantoor van de Stichting Nieuw Positief.  Deze stichting heeft een aanmoedigingsprijs toegekend aan Lotje. De stichting wil de literatuur zuiver houden en vooral seks daaruit weren. Maar Lotje lust daar – schriftelijk – wel pap van!

Het verhaal draait om de ietwat frivole gescheiden moeder van een jonge medewerkster bij de Stichting die 'een beetje' met de boeken heeft geknoeid. En nu, na het overlijden van haar bazin dreigt dat uit te komen. Vervolgens roept zij haar moeder te hulp en door een toeval krijgt moeder de kans om zich voor te doen als nieuwe medewerkster bij de stichting.

Wie het stuk van vroeger kent zal zich er mogelijk over verbazen dat Mimicri op één punt doelbewust is afgeweken van het originele script. De door Annie Schmidt beschreven slappe en frauderende jongeman is vervangen door een biseksuele jonge vrouw. Maar ik moet toegeven dat de teksten beter passen bij een jonge vrouw dan bij een jonge man.

Mimicri heeft hiermee dit bijna vijftig jaar oude stuk een extra dimensie gegeven die tegenwoordig beter begrepen zal worden dan toentertijd. Een verfrissende verrassing voor wie ruimer kan en wil denken.

Het spel was zonder meer goed te noemen. Regisseur Antoinette van der Velde en regie-assistente Cocky van Rooden kunnen terugkijken op twee geslaagde voorstellingen voor twee volle zalen!

 

De personages:

De moeder, Nora Reuling is nogal bijdehand en heeft een vlotte tong en charme. Een rol die de ervaren actrice Cily Banus de gelegenheid gaf helemaal los te gaan. Met name de scene in het tweede bedrijf waarbij ze Marius Vos dronken voert, en daar vervolgens vreselijk spijt van krijgt, is door beide acteurs prachtig gespeeld met een sublieme interactie.

Bij een stuk als dit wordt uiteraard het publiek een beetje bespeeld; dat hoort nu eenmaal bij een klucht. Cily's snel wisselende mimiek veroorzaakte dan ook menige lachbui. “Want mimiek is er voor het publiek!”

Marius Vos, de weduwnaar. Deze grote rol werd uitstekend op de planken gezet door Hans van Amsterdam; ook een acteur die al de nodige grote rollen op zijn naam heeft staan. Met name waardeer ik dat hij zijn rol helemaal speelde in de stijl die in de jaren zestig nog gebruikelijk was. Ik moest meteen aan Ko van Dijk denken, een van de grote acteurs toentertijd. Sterk spel!

Juffrouw Bats, de typiste die zich het vuur uit de sloffen loopt, voortdurend inbreekt in de gesprekken en alsmaar door Marius Vos wordt afgesnauwd. Loeischerp neergezet door Ellen Blom, die bij iedere 'inbreuk' schaterende reacties vanuit de zaal veroorzaakte. Dat de timing iets beter kon is haar vergeven.

Hannie Reuling, een aardige meid die ook op meiden valt. Zij is erg afhankelijk van haar moeder.  Als een ietwat androgyn tiepje werd zij prachtig uitgebeeld door Marijke van Amsterdam die ook hier weer liet zien dat ze een zeer ervaren actrice is. Ook haar "stille spel" op de achtergrond was bijzonder knap en werd door het publiek hoorbaar gewaardeerd. Geen gemakkelijke rol en haar spel droeg veel bij aan dit toneelstuk.

Lotje Nahuys, de schrijfster, is een meisje dat zich gemakkelijk laat ompraten. Maar ze is toch ook een kordate meid, die steeds weer recht op de dingen afgaat. Zij beeldt de tegenstellingen van de jaren zestig heel mooi uit; hippies versus kantoormensen.
Een verrassing was dat ook Lotje op meiden blijkt te vallen. En in dit geval was dat Hannie. Een leuke en ook letterlijk kleurrijke rol, vlot en geloofwaardig gespeeld door Carola Schwencke.

Wat zeker vermeld moet worden is de aandacht die besteed is aan de decors, de attributen en de kleding. Het typisch jaren '60 meubilair, van de originele T65 telefoon tot de gedateerde schrijfmachine en de fraaie hippiekleding. Alles was tot in detail verzorgd, net als de belichting en het geluid. Hoewel bij een enkele gelegenheid de timing van het geluid iets scherper had gekund.

Het toneelstuk wat het publiek in de Warenar te zien kreeg is iets anders geworden dan Annie M.G. Schmidt het toentertijd heeft geschreven. Hoewel ook zij vaak de grenzen opzocht ging ze nooit zover als tegenwoordige schrijvers. Maar nu, zo'n vijftig jaar later en zonder de taboes van toen, zou Annie dit toneelstuk best wel 'ruimer' geschreven kunnen hebben. Misschien wel zoals deze versie van Mimicri?

Het zou zomaar kunnen...

Henk van Loon